Het Partnerprogramma

De Circulaire Weg is een partnerprogramma, een publiek-private samenwerking van ketenpartners in de infrasector. Hierin werken publieke opdrachtgevers als Rijkswaterstaat en gemeenten, private bouwbedrijven, advies- en ingenieursbureaus en bank samen. Op deze manier hebben we alle rollen die van belang zijn in het circulaire businessmodel ingevuld. 

Wat wil het partnerprogramma bereiken

Een schaalbaar en gevalideerd model dat breed toepasbaar.

Een model dat te begrijpen is voor een breed publiek.

Een model dat aansluit bestaande contracten, aanbestedingsleidraden  zodat de markt het gemakkelijk adopteren.

Een model met meerwaarde, onderbouwd door middel van een MKB.

De partners van De Circulaire Weg willen de tools en andere kennisproducten die we ontwikkelen delen met de hele sector. Dit zullen we doen in verschillende kennismodules, bijv. over een afwegingskader, bouwstenen voor aanbesteding en contractteksten en het financieel model. Deze modules tezamen vormen het model. Door dit actief te delen met anderen in de sector nemen we opdrachtgevers en opdrachtnemers mee in de werking en de voordelen die het kan opleveren en streven we naar bredere marktadoptie. Want alleen samen kunnen we de gewenste versnelling waarmaken.

Hoe gaat het Partnerprogramma te werk?

Het programma bestaat uit 3 sporen die parallel uitgevoerd worden. In concreten projecten wordt het model getoetst in de praktijk. Per onderwerp worden voor alle projecten gezamenlijk tools ontwikkeld en kennis opgebouwd en ook de validatie door de TU Delft en onderzoek naar opschaling wordt over alle projecten heen uitgevoerd. Een onafhankelijk programmabureau stuurt het programma aan en ondersteunt de verschillende activiteiten van de partners hierin.

Toetsen in de praktijk

In 6 concrete projecten toetsen we het model en maken het toepasbaar in verschillende situaties en voor verschillende contractvormen. Zo werken we onder andere aan een nieuw project met openbare verlichting, vervanging en herstructurering in een bestaande woonwijk en de wegen voor een nieuwe woonwijk.

Validatie door TU Delft

De TU Delft onderzoekt hoe en hoeveel het businessmodel bijdraagt aan circulariteit in de projecten en wat de opschalingspotentie van het model voor de sector is. Op basis van deze resultaten en de feedback uit de praktijkprojecten bereiden we de volgende stap voor: voor wie is werken met het DCW model interessant, wat levert het op en hoe kan je ermee gaan werken

Bouwstenen en Tool

Per onderwerp worden voor alle projecten gezamenlijk tools ontwikkeld en kennis opgebouwd. Zo werken we aan een afwegingskader, bouwstenen voor aanbesteding en contracten en financieel model.

Klankborden

Om het mogelijk te maken onze aanpak breder toe te passen in de sector, zullen we op verschillende momenten een klankbord zoeken bij een grotere groep ketenpartijen uit de infrasector. Zo kunnen we het model van infra als dienst, onze aanpak om het in nieuwe of bestaande projecten toe te passen en onderliggende tools als het financieel model en contractteksten toetsen en verbeteren. Heb je interesse om mee te denken en onze ontwikkelingen verder te helpen? Meld je aan via het contactformulier.

Project A6

Met deelname aan het partnerprogramma DCW kan Rijkswaterstaat onderzoeken in hoeverre circulaire prikkels bijdragen aan de verduurzaming (klimaatneutraal en circulair maken) van lopende DBFM projecten. De juiste circulaire prikkels in het contract moeten leiden tot het verduurzamen van de onderhoudsstrategie door de opdrachtnemer, waardoor een duurzamer project gerealiseerd wordt. In het project A6 Almere kijken Rijkswaterstaat en Dura Vermeer hoe 2 circulaire prikkels uit het DCW model zijn toe te passen op het project: vergoeding voor gereduceerde milieu impact
en waardering van de restlevensduur.

Zij onderzoeken of deze prikkels leiden tot duurzame en circulaire resultaten en of deze aanpak in de toekomst is toe te passen op meer (DBFM)contracten. Dura Vermeer: “Er zijn kansen geïnventariseerd om het onderhoud van bijv. asfalt, geleiderail, kunstwerken en het maaibeleid te verduurzamen in de projectscope van de A6 Almere.” Rijkswaterstaat wil op deze manier een meer circulaire onderhoudsstrategie van de A6 Almere realiseren, een aanpak ontwikkelen om circulaire prikkels in contracten toe te voegen en onderzoeken of de geleerde lessen op te schalen zijn naar andere DBFM-projecten.

Hoofdvragen onderzoek TU Delft

Sinds 2020 heeft het eerste partnerprogramma het As a Service-concept ontwikkeld op basis van de praktische behoeften en wetenschappelijke input. In deze fase zijn diverse praktische producten opgeleverd door publieke en private partners (zoals praktische handleidingen, rekenmodellen en adviesrapporten) als toolkit voor de implementatie van As a service modellen in infrastructuurwerken. De TU Delft heeft als partner meegewerkt aan de ontwikkeling van deze As a Service modellen en de toegevoegde waarde getest op concrete infrastructuur cases. Dit voorlopend onderzoek wees uit dat deze modellen enkele veelbelovende resultaten behaalden, zowel op milieu-technisch vlak als op gedrag van partijen rondom circulariteit.

In 2024 is het moment aangebroken om met een vernieuwde set partners en pilots te kijken naar de circulariteit en opschalingspotentie van deze modellen. De hoofdvraag voor deze fase voor het onderzoek zal zijn: “Met welke keuzes in Infra As a Service modellen bereiken partijen meer circulariteit en schaalpotentieel voor infrastructuurprojecten?” In dit project zullen enkele specifieke uitdagingen moeten worden overwonnen. Ten eerste is er de uitdaging van het meten van circulariteit te midden van een vrij onvolwassen datastructuur rondom circulariteit. Ten tweede moet het niveau van toegankelijke kennis voor de werking van het as a service-model worden verbeterd.

Partners